Aan de hand van beroep bepaalde levensverwachting: op weg naar actuariële billijkheid bij het bepalen van de toekomstige wettelijke pensioengerechtigde leeftijd
De actuariële billijkheid van pensioenstelsels wordt door verschillende beleidsmaatregelen beïnvloed. Bonenkamp & ter Rele (2013) hebben een Matthew-effect ontdekt in de tweede Nederlandse pensioenpijler als gevolg van verschillen in levensverwachting, terwijl de op belastingen gebaseerde financiering van de eerste pijler een sterkere omgekeerde herverdeling inhoudt. Enkele kenmerken van tweedepijlerpensioenen die de actuariële billijkheid beïnvloeden, zijn: i) de opbouw van pensioenrechten (DB-, DC- en NDC (notional defined benefit)-regelingen worden verschillend beïnvloed door verschillen in levensverwachting), uitbetalingsmodaliteiten (lumpsum, rente- of lijfrentepensioenen) en organisatie van pensioenregelingen (sectorale pensioenregelingen kunnen sectorale verschillen in levensverwachting weerspiegelen).
Een vergelijking tussen het Deense en Nederlandse pensioenstelsel zou in dit opzicht relevant zijn. De twee landen hebben een vergelijkbare basisopzet met een basispensioen van de overheid op basis van ingezetenschap en grotendeels door bedrijfssectoren verzorgde tweedepijlerpensioenen. Deense bedrijfspensioenen zijn echter veel flexibeler (Goul Andersen, 2011). Nederlandse pensioenregelingen hebben te kampen met beperkingen in termen van o.a. uitbetalingsmodaliteiten, opbouwpercentages en een nationale ‘streefleeftijd voor pensionering’, die (sectorale) pensioenfondsen mogelijk beletten om pensioenen aan te passen aan sectorale verschillen in levensverwachting.